Live Koorcafé: Oratorium en Opera in de Renaissance

Voor het eerst in corona-tijd zijn we met het koor bij elkaar geweest, in 2 groepen en op gepaste afstand van elkaar. Leuk om elkaar na zoveel tijd weer te zien en te spreken! Er werd niet gezongen, in plaats daarvan gaf onze dirigent Anthony Scheffer over de oorsprong van het Oratorium. Hier volgt een korte samenvatting.

Een Oratorium is een religieuze tekst dat omgeschreven is tot een omvangrijk muziekstuk voor koor, orkest en solisten. Daarbij wordt gestreefd naar een oprechte vertelling van het verhaal dat ondersteund wordt door dramatische en reflectieve elementen.
Een Oratorium heeft veel weg van een opera maar onderscheidt zich door de afwezigheid van decor en kostuums. Daarnaast heeft het koor een grotere en belangrijkere rol bij de vertelling van het narratief.

In de 15de en 16de eeuw mocht er tijdens de advent- en lijdenstijd geen muziek klinken in de kerken. Als alternatief boden componisten Oratoria en Opera aan om het volk te vermaken. Zo leerden veel mensen door deze opvoeringen de religieuze verhalen van het oude testament, en in het geval van de opera veel Griekse drama’s, in volkstaal kennen.

Een uitstekend voorbeeld van een van de eerste oratoria is het Historiae Jonas, het wel bekende verhaal van Jonas en de walvis. De profeet Jonas wordt door God gestuurd naar het koppige volk van Nineveh dat zich maar niet wil gedragen. De angstige Jonas gaat aan boord van een schip dat halverwege de reis in een storm belandt. De schippers zien Jonas als de oorzaak van het fenomeen en gooien hem overboord in de bek van een gigantische walvis. In de buik van het beest bidt de profeet tot zijn God voor hulp en kracht. Drie dagen passeren waarna de Leviathan Jonas uitspuwt. Dit overwonnen, geeft hem de kracht het volk van Nineveh toe te spreken, waarna het volk zich afwendt van hun zonden en zich bekeert tot God.

In het Oratorium hoor je het dubbelkoor de storm uitbeelden, zij noemen alle winden en golven op en vertellen over de angst van de schippers. Ook de drie dagen worden gemarkeerd door 3 signalen van de violen. In het slotkoor bezingt het volk van Nineveh hun bekering en de vreugde waar zij nu naar toe leven. 

Een prachtig voorbeeld van een wereldlijk werk uit deze periode is het openingsstuk van het huwelijksfeest van Ferdinando de Medici en Christina Lorraine, gecomponeerd door de Florentijnse Camarata, een groep kunstenaars dat poëzie en muziek voor deze speciale gelegenheid schreef. Op elk plein van de stad Florence werd kunst gepresenteerd, toneel gespeeld en muziek gemaakt, met het plein van het paleis als hoogtepunt. Daar werd een Colosseum gebouwd met het huwelijkspaar in het midden. Het publiek werd vermaakt met paardenshows, poëzie en toneel. Tussen de bedrijven door klonken er kleine opera’s van ongeveer 20 minuten. All’imperio d’Amore is het openingsstuk van deze Stravaganza d’Amore.

Beide stukken zijn te beluisteren op Spotify