Thomas Morley (1557 – 1602), een Brits componist, leefde in de tijd dat Elisabeth I aan de macht was en de Anglicaanse kerk steeds meer vorm kreeg (zie info bij Thomas Tallis). Morley, zoon van een brouwer, diende als koorknaap in de kathedraal van Norwich, waar hij in 1583 organist werd. Een jaar nadat hij in 1588 in Oxford een graad in de muziek had behaald werd hij organist in St Paul’s Cathedral. In 1592 werd hij tot Gentleman van de Chapel Royal (huiskoor van het Engelse hof) benoemd. Het monopolie op het drukken van muziekpartituren ging in 1596 op hem over.

Morley publiceerde in totaal negen boeken met madrigalen, het genre waarmee hij bekend is gebleven: hij heeft een reputatie als een virtuoos componist van lichte meerstemmige liederen. Ook vertaalde hij vele Italiaanse madrigalen naar het Engels. Het meest wordt Morley herinnerd als de samensteller van “The Triumphs of Oriana”, een reeks madrigalen ter ere van Koningin Elisabeth, waaraan diverse componisten een bijdrage leverden. Morley zette voor de uitvaart van Elizabeth I de begrafenisriten uit het Book of Common Prayer op muziek en deze werden gedurende de 17de eeuw standaard gezongen op begrafenissen in Westminster Abbey. “Now is the month of Maying” is een van de bekendste zogenoemde Engelse ballets. Het succesnummer werd in 1595 geschreven door Morley, die het baseerde op een Italiaans canzonetta (So ben mi ch’a bon tempo van Orzia Vecchi). Ballets zijn lichte, dansen met een pastoraal karakter, die vaak een “lalala” refrein hebben en dubbelzinnigheid niet uit de weg gaan. Het gebruik van dergelijke beelden en woordspelingen nam tijdens de Renaissance toe. Now is the month of Maying klinkt als een vrolijke lentedans maar kan gezien worden als metafoor voor vrijen ( ”a barley-break” in het 5e couplet? Gelukkig is het KOV Predicaat Koninklijk de komende 25 jaar geldig).
Now is the month of maying | ’t Is nu de maand van ’t meifeest |
when merry lads are playing, | als vrolijke jongens dollen |
Fa la la | |
Each with is bonny lass | elk met zijn mooie meisje |
upon the greeny grass. | op het groene gras |
The spring clad all in gladness | De lente kleedt alles in vreugde |
doth laugh at winter’s sadness, | laat lachen om winterse droefheid |
Fa la la | |
And to the bagpipe’s sound | en op het geluid van de doedelzak |
The nymphs tread out their ground. | maken de elfen een pad op de grond |
Fie then why sit we musing | Foei toch, waarom zitten we te peinzen |
youth’s sweet delight refusing, | het zoete genot van de jeugd te weigeren |
Fa la la | |
Say dainty nymphs and speak | zeg, sierlijke nimfen en spreek |
Shall we play barley-break? | spelen we barley-break? |