Luigo Molfino

Luigi Molfino

Luigi Molfino (1916 – 2012) was een Italiaanse organist, componist, koordirigent en docent.
Hij studeerde aan het Giuseppe Verdi Conservatorium in Milaan, waar hij de staatsdiploma’s behaalde in orgel, koormuziek, vocale polyfonie, compositie en koordirectie. Van 1938 tot 1941 was hij in Milaan als organist verbonden aan de San Fedele basiliek. Later werd hij dirigent van het koor van het Carlo Felice theater in Genua. Van 1974 tot 1986 bezette hij de leerstoel orgel aan het Italiaanse Staatsconservatorium Giuseppe Verdi in Milaan en daarnaast die van harmonie, compositie en orgel aan het Pauselijk Ambrosiaans Instituut voor Heilige Muziek.

Eeuwenlang was het bijwonen van een mis voor het volk een passieve aangelegenheid. Gedurende de twintigste eeuw groeide in de katholieke kerk het besef dat de afstand tussen de het volk en de liturgie overbrugd moest worden. Aanvankelijk meende men dat het voldoende was het volk ‘rijp’ te maken voor de liturgie als centrum van het kerkelijk leven. Gaandeweg echter ontstond het inzicht dat de liturgie zelf ingrijpende wijzigingen moest ondergaan. Met het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) werd dit vernieuwingsproces op krachtige wijze voortgezet. Er werden in het geschrift “Musicam sacram”  richtlijnen uitgevaardigd voor vorm en aard van zang en muziek tijdens de mis. Muziek was niet langer bedoeld als aankleding en verfraaiing van de mis maar werd een wezenlijk onderdeel van de liturgie. De hervormingen voorzagen in de deelname van de gemeente aan het zingen in perfecte harmonie met de cantorij (schola cantorum) en de voorganger.

Vooraanstaande kerkmusici waren tegen de vernieuwing, uit angst dat de waardevolle schat aan meerstemmige Latijnse muziek verloren zou gaan. Maar de vernieuwingsbeweging zette door. De afgelopen 50 jaar zijn dan ook vele liederen in de landstaal geschreven en gebundeld om het volk enthousiast mee te kunnen laten zingen.

Molfino staat vol overtuiging in deze vernieuwingstraditie: de koormuziek die hij schreef staat altijd ten dienste van de heilige tekst. De opdracht “Musicam sacram” nam hij bloedserieus. Dat hij daarbij Latijnse teksten gebruikte doet daar geen afbreuk aan. Zijn niet complexe, vaak wonderschone muziek wordt gekenmerkt door harmonieuze, lange lijnen. Een van de onderdelen van de eucharistie is het door de priester gereed maken van de gaven van brood en wijn. Hierbij past het zingen van “O Sacrum Convivium”.  

O Sacrum Convivium
In quo Christus sumitur:
Recolour Memoria Passioni ejus
Mens impletur Gratia et futurae Gloria nobis pignus datur.
Alleluia!
O Heilig gastmaal
waar Christus tot ons komt:
waar zijn lijden herdacht wordt;
waar de ziel met genade vervuld wordt
en ons het onderpand voor de komende heerlijkheid gegeven wordt.
Halleluja!