Camille Saint-Saëns (1835-1921)

Dat 2021 het Saint-Saëns jaar is is niet zo verbazingwekkend. Deze componist heeft een enorme staat van dienst. Daarom een wat uitvoeriger verhaal over hem.

De opvoeding van Camille Saint-Saëns  werd, naast zijn moeder (vader stierf toen Camille nog maar een baby was), verzorgd door zijn muzikale oudtante, die hem  zijn eerste pianolessen gaf. Toen hij vier jaar was schreef hij al zijn eerste pianostukjes. Op elf jarige leeftijd trad hij voor het eerst op, daarbij mocht het publiek kiezen welke van de 32 Beethoven sonates hij zou spelen. Op zijn dertiende werd hij tot het Conservatorium van Parijs toegelaten, op zijn achttiende schreef hij zijn eerste symfonie. Naast de muziek had hij grote belangstelling voor natuurwetenschappen.

Begin jaren 1850 ontmoette Saint-Saëns zijn “idool” Franz Liszt, waarmee hij bevriend raakte. Diens pianomuziek had een behoorlijke invloed op het werk van de “Franse Liszt” Saint-Saëns. Via Liszt raakte Saint-Saëns vertrouwd met de Duitse romantische muziek van bijvoorbeeld Wagner. De Duitse romantische muziek werd vanaf de 70 er jaren in Frankrijk behoorlijk dominant, hetgeen ertoe leidde dat Saint-Saëns steeds nationalistischer werd: hij promootte de Franse muziek sterk en organiseerde concerten voor beginnend Franse componisten.

Na een kort, ongelukkig huwelijk ging hij reizen en bezocht naast alle Europese landen en Rusland ook Noord Afrika en Noord en Zuid Amerika. Deze reizen inspireerden hem tot exotische composities, bijvoorbeeld de “Suite Algérienne” en het “Egyptische” vijfde pianoconcert. Hij werd wereldberoemd, het hoogtepunt van zijn roem was tussen 1890 en 1910. Men zag hem als de nestor van de Franse muziek en hij werd overal bejubeld als pianist, organist, componist èn musicoloog. Samen met twee andere Franse componisten/musicologen zorgde hij voor de wedergeboorte van de vrijwel vergeten Franse barokmuziek, dit door het complete oeuvre van Jean-Philippe Rameau opnieuw uit te geven en werken van o.a. Lully en Charpentier te reconstrueren.

In zijn laatste levensjaren was hij mateloos populair was buiten Frankrijk, maar niet in Frankrijk zelf. Dit wordt deels gezien als een reactie op zijn onaangename persoonlijkheid. De muziek van Saint-Saëns wortelt in de 19e-eeuwse romantiek, die grotendeels uit de mode was toen hij op 86-jarige leeftijd overleed.
Zijn muziek werd ouderwets gevonden en door andere componisten zwaar bekritiseerd, ten voordele van het Franse impressionisme van bijv. Claude Debussy. Veel critici vonden zijn menging van diverse muziekstijlen maar niks. Maar tegelijkertijd worden zijn melodische gave en zijn vermogen tot het bouwen van structuren in vele muziekgenres gezien als tekenen van fantasie en vakmanschap. Verbeten en overtuigd van de waarde van zijn eigen werk deed Saint-Saëns er alles aan om het Debussy moeilijk te maken.

Het oeuvre van Saint-Saëns heeft o.a. (leerling en vriend) Gabriel Fauré en Maurice Ravel beïnvloed (Ravel had naar zeggen bijna altijd een zakpartituur van Saint-Saëns’ tweede pianoconcert bij zich, dat hem inspireerde bij zijn eigen instrumentatie techniek). 

Een deel van het oeuvre van Saint-Saëns wordt nog steeds veel uitgevoerd. Bekende (ongetwijfeld ook bij jullie) stukken zijn de derde symfonie (de Orgelsymfonie, geschreven voor groot orgel, orkest en twee piano’s), de Danse macabre en het Carnaval der dieren. Le Carnaval des Animaux is verreweg Saint-Saëns’ populairste werk. Hij schreef het voor een privé concert in carnavalstijd,  beschouwde het stuk als een grap en niet bedoeld om in het openbaar te worden uitgevoerd. Het heeft dan ook geen opusnummer en is pas uitgegeven in 1922, een jaar na zijn dood. 

Het Ave Verum Corpus is een gezang dat tijdens de mis werd gezongen tijdens de consecratie (=het tonen van brood en wijn zijnde het lichaam en bloed van Jezus). Het is een meditatie over de aanwezigheid van Jezus in brood en wijn en diens verlossende lijden. De tekst werd lange tijd toegeschreven aan de 14e eeuwse Paus Innocentius VI maar bleek onlangs reeds voor te komen in een 13e -eeuws Italiaans manuscript. Hoe dan ook, de tekst is door de eeuwen heen door menig componist op muziek gezet. We kennen allemaal de versie van Mozart, maar bijv. ook Orlando di Lasso, William Byrd,  Marc-Antoine Charpentier en Liszt zetten de tekst op muziek. En Camille Saint-Saëns dus ook.

Gegroet waarachtig lichaam geboren uit de Maagd Maria,
dat werkelijk heeft geleden, en voor de mens geofferd is aan het kruis.
Uit wiens doorboorde zijde bloed vloeide. Laat dit ons een voorsmaak zijn tijdens de beproeving van de dood.